Geschiedenis van Sint-Eloois-Vijve

St.-Eloois-Vijve heeft ongetwijfeld een zeer oude geschiedenis want de burcht op de Leie was reeds op het einde van de 10de eeuw een steunpunt van Graaf Boudewijn IV in zijn strijd tegen het opstandige Kortrijk.

Een oorkonde uit 1289 leert dat Ingelmunster en St.-Eloois-Vijve (Vijve-Dendermonds) dezelfde dorpsheer hadden, die evenwel in zijn kasteel in Ingelmunster verbleef. Zowel Ingelmunster als Vijve hingen feodaal af van het grafelijk hof van Dendermonde. Deze toestand bleef bestaan tot aan de Franse Revolutie.

St.-Eloois-Vijve is al sinds eeuwen het snijpunt van belangrijke wegen: de Romeinse heirbanen Kassel-Tongeren en Bavai-Oudenburg kruisten elkaar op haar grondgebied. In de Middeleeuwen won het nog aan belang door de ligging halfweg tussen de steden Rijsel en Gent. Het was de plaats waar men de paarden uitspande en de reizigers wat verpozing namen in een van de herbergen langs de heirweg. Na de aanleg van rijksweg Gent-Kortrijk (1716-1718) kwam hier ook een belangrijke paardenposterij (huurplaats van paarden en rijtuigen) tot stand, waar zich nu café "De posterij" bevindt.

Ook de ligging aan de Leie droeg bij tot het belang van St.-Eloois-Vijve als verkeersknooppunt. Het feit dat hier een brug lag, maakte Vijve nog beter toegankelijk. De aanleg van een sluis in 1863 bracht nieuwe bedrijvigheid met zich mee: schepen werden hier gelost en voor de paarden die de schepen trokken, waren stallen nodig.

De komst van de vlasnijverheid naar het einde van de 19de eeuw toe, bracht ook voor Vijve werkgelegenheid en welvaart, hetgeen zich weerspiegelde in een gestadige bevolkingsaangroei.

Toen na de Tweede Wereldoorlog de vlasnijverheid aan het tanen ging, was ook hier genoeg ondernemingszin om op nieuwe industriële activiteiten over te schakelen en werd ook Vijve opgenomen in de groeiende industriële ontwikkeling van het Waregemse.

De burgemeesters van Sint-Eloois-Vijve

  • 1795-1830 : Jean-Baptiste Lefevere
  • 1831-1836 : Francis Verbeke
  • 1836-1854: Petrus Verougstraete
  • 1855-1861 : Ernest De Kerkhove
  • 1862-1888 : Charles Louis Degraeve
  • 1888-1890 : Evariste Biebuyck (burgemeester ad interim)
  • 1891-1895 : Joseph Henri Damman
  • 1896-1932 : Paul Boulez
  • 1933-1946 : Gustave Mahieu junior
  • 1947-1958 : Godfried Lambrecht
  • 1959-1976 : Julien André Dejaeghere