Ten noorden van het centrum van Desselgem, vlak bij de Leie, bevindt zich het Munkenhof. Deze historische hofstede was eeuwenlang het centrum van macht en het grondbezit van de Gentse Sint-Pietersabdij. Door het rechttrekken van de Leie, kwam het Munkenhof op een eiland te liggen.
In het jaar 964 kreeg de Gentse Sint-Pietersabdij van de Vlaamse Graaf Arnulf de Grote het grondgebied ‘Desselgem en omgeving' als geschenk aangeboden. De Benediktijnerpaters uit Gent kozen de hoeve van Thraswald bij de Leie als bestuurscentrum voor hun bezittingen in de streek. Tien eeuwen lang woonden er monniken op de hoeve. De aanwezigheid van de monniken zorgde ervoor dat men in de volksmond meer en meer ging spreken van ‘Goed ter Munken’, ‘het Munkengoed’ of ‘het Munkenhof’.
Tot aan de Franse Revolutie bleef de abt van Sint-Pieters één van de machtigste grondeigenaars in de streek tussen de Gaverbeek en de Leie. Toen werden alle kerkelijke bezittingen immers verkocht, waarbij de opbrengst naar de Franse Republiek ging. Ook alle eigendommen van de Sint-Pietersabdij in Desselgem stonden te koop. Ze werden allemaal opgekocht door één man, de Munkenhofboer Joannes Verhaeghe. Hij werd ook de eerste officiële burgemeester van het dorp in 1801.
De hoeve is privé-eigendom, en is dus niet toegankelijk voor het publiek.
Sinds 14 mei 2024 is Hoeve Munkenhof aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed.